De paardenkudde
Paarden zijn prooi- en vluchtdieren. Zij kunnen worden opgegeten door roofdieren. De kudde heeft één hoofddoel: overleven. Veiligheid en bescherming vinden zij in de kudde. De leiddieren hebben hierbij een belangrijke taak. De functie van de leiddieren is te zorgen voor veiligheid en het voortbestaan van de kudde. De leiddieren nemen posities in die het meeste gevaar met zich meebrengen en offeren desnoods hun eigen leven op ten behoeve van de kudde. Zij zijn leider vóór de kudde. Zij denken in wij, niet in jij en ik. De natuur van een paard is zich aan te sluiten bij een leider. Niet om zich te onderwerpen.
Een kudde heeft een hechte onderlinge samenwerking. Er is ruimte voor de paarden om te groeien en hun kwaliteiten te ontwikkelen. In een kudde dragen alle paarden bij in waar ze goed in zijn, bijvoorbeeld het opvoeden van de veulens of het vinden van water. Jonge merries met potentie worden opgeleid om de rol van de huidige leidmerrie in de toekomst over te nemen. Zo hebben zij hun eigen “leadership development” systeem.
Om niet op te vallen voor roofdieren gaat de communicatie over het algemeen in stilte, dus non-verbaal. De taal van paarden is lichaamstaal. Zij reageren op minimale bewegingen.
Paarden beschikken over een groot sociaal-sensitief bewustzijn. Zij voelen op afstand de zijnstoestand van ander dier of een kuddelid aan (ademhaling, hartslag, houding, emoties, intentie, focus, spierspanning). Kunnen we blijven grazen? Is een bergleeuw op jacht en moeten we vluchten? Of heeft hij net gegeten en maakt hij voldaan een wandelingetje?
Paarden voelen hiermee zeer goed stemmingen aan. Elke gedachte of emotie veroorzaakt een minimale spanningsverandering in je lichaam, die paarden ervaren. Een paard spiegelt daardoor vaak ons gedrag, gemoedstoestand of emotie. Het geeft informatie. Zij interpreteren de boodschap daarachter en gaan direct tot actie over om de relatie, het gedrag of de omgeving aan te passen.
Daarna laten zij de emotie weer los en er ontstaat weer balans en evenwicht. De paarden kunnen weer overgaan tot grazen.